
Veel scholingsaanbieders zetten hun cursussen al sterk neer. Zij laten zien hoe je leerdoelen, programma, werkvormen en toetsing op een duidelijke en logische manier kunt opbouwen. In dit artikel lees je wat andere aanbieders goed doen en hoe jij dat ook kunt toepassen. Dit helpt je om je aanvraag sterker te maken én om een cursus te ontwikkelen die deelnemers echt verder helpt.
1. Heldere en concrete leerdoelen
Waarom belangrijk?
Leerdoelen geven richting aan je hele cursus. Ze maken duidelijk wat de deelnemer aan het einde moet kunnen en helpen jou om keuzes te maken in inhoud, werkvormen en toetsing.
Wat werkt goed bij andere aanbieders?
- Ze gebruiken korte en duidelijke zinnen.
- Ze beschrijven wat de deelnemer kan, niet wat de docent gaat vertellen.
- Ze formuleren doelen concreet en meetbaar (SMART).
- Ze gebruiken actieve werkwoorden zoals toepassen, analyseren, uitleggen.
Voorbeeld:
❌ Deelnemer weet meer over het onderwerp.
✔ De deelnemer kan drie technieken toepassen in een consult.
2. Logische opbouw van het programma
Waarom belangrijk?
Een samenhangend programma helpt de deelnemer stap voor stap naar het eindniveau.
Wat werkt goed?
- Elk onderdeel sluit aan op een leerdoel.
- De volgorde is logisch: kennismaken → uitleg → oefenen → toepassen.
- Er zitten geen losse onderdelen in die niet worden uitgelegd.
- De tijdsplanning is realistisch per onderdeel.
Tip:
Gebruik format 1 en maak een tabel met tijd, werkvorm, inhoud en leerdoel. Dat geeft overzicht en duidelijkheid.
3. Passende werkvormen
Waarom belangrijk?
Werkvormen moeten helpen om de leerdoelen te bereiken, niet alleen om kennis over te dragen.
Wat werkt goed?
- Werkvormen sluiten aan op het doel van de cursus (bijv. praktijkopdrachten bij vaardigheidsdoelen).
- Er is een mix van uitleg, oefenen en interactie.
- Geef duidelijk aan hoe de docent deelnemers begeleidt.
- De nadruk ligt op wat de deelnemer doet, niet alleen op wat docent vertelt.
Tip: Oefenen = hogere leeropbrengst. Laat dit terugkomen in je aanvraag.
4. Borging van het eindniveau
Waarom belangrijk?
Beoordelaars willen zien hoe jij controleert of deelnemers het eindniveau ook écht halen.
Wat werkt goed?
- Koppel elk leerdoel aan een toets of opdracht.
- Beschrijf de toetsvorm: casus, eindopdracht, toetsvragen, praktijkopdracht, reflectieverslag.
- Leg uit hoe je beoordeelt: rubrics, normering, feedback.
- Voeg voorbeelden toe als bijlage (vragen, opdrachten of criteria).
Voorbeeld:
✔ Deelnemers maken een casusverslag waarin ze het klinisch redeneren toepassen. De docent beoordeelt dit met een rubric.
5. Kwaliteitsbewaking van de cursus
Waarom belangrijk?
Dit laat zien dat je de cursus blijft ontwikkelen.
Wat werkt goed?
- Bepaal van tevoren op welke manier je gaat evalueren.
- Vraag altijd naar: inhoud, werkvorm, docent, toepasbaarheid, eindniveau.
- Analyseer de resultaten (kort, hoeft geen groot rapport).
- Benoem minimaal één concrete verbeteractie op basis van eerdere edities.
Voorbeeld:
✔ Na evaluaties in 2024 hebben we het oefendeel verlengd en extra casuïstiek toegevoegd.
6. Duidelijke onderbouwing van studiebelasting
Waarom belangrijk?
Contacturen en zelfstudie moeten realistisch en onderbouwd zijn.
Wat werkt goed?
- Duidelijke uitleg bij zelfstudieonderdelen.
- Een realistische verhouding tussen contacttijd en zelfstudie.
7. Professionele docent(en)
Waarom belangrijk?
De docent bepaalt voor een groot deel de kwaliteit van de cursus.
Wat werkt goed?
- Licht kort toe welke ervaring de docent heeft met dit onderwerp.
- Benoem didactische vaardigheden of onderwijservaring.
- Leg uit waarom deze docent past bij het thema van de cursus.
Voorbeeld:
✔ Deze docent begeleidt al 10 jaar paramedici bij klinisch redeneren.
8. Opleidingsmateriaal en bronnen
Wat werkt goed?
- Controleer of je de meest recente richtlijnen, standaarden of evidence hebt gebruikt.
- Voeg een literatuurlijst toe.
- Leg uit waarom dit materiaal bijdraagt aan de leerdoelen.
9. Een verzorgde eerste indruk
Waarom belangrijk?
Een duidelijke en complete aanvraag voorkomt vragen en vertraging. Het helpt beoordelaars om je cursus sneller en zorgvuldiger te beoordelen.
Wat werkt goed?
- Gebruik de formats.
- Controleer of alle bijlagen compleet zijn (programma, leerdoelen, evaluatie, toetsvormen).
- Voeg je een studiegids of brochure toe? Geef dan aan waar de gevraagde informatie te vinden is.
- Het is niet nodig om informatie dubbel aan te leveren.
Tip: Laat je aanvraag altijd nalezen door een collega. Dat levert vaak meteen extra duidelijkheid op.
Samenvatting
Scholingsaanbieders die hun scholing sterk neerzetten, laten zien dat het werkt om:
- duidelijke en concrete leerdoelen te formuleren
- een logisch en doelgericht programma te maken
- passende en activerende werkvormen te kiezen
- duidelijk te laten zien hoe deelnemers het eindniveau bereiken
- evaluaties te gebruiken om de scholing te verbeteren
- een complete, overzichtelijke en goed onderbouwde aanvraag in te dienen
Deze punten kun je zelf toepassen om je aanvraag sterker te maken en een scholing te ontwikkelen waar deelnemers echt iets aan hebben.